Vinaora Nivo Slider 3.xVinaora Nivo Slider 3.xVinaora Nivo Slider 3.xVinaora Nivo Slider 3.xVinaora Nivo Slider 3.xVinaora Nivo Slider 3.xVinaora Nivo Slider 3.xVinaora Nivo Slider 3.xVinaora Nivo Slider 3.xVinaora Nivo Slider 3.xVinaora Nivo Slider 3.xVinaora Nivo Slider 3.xVinaora Nivo Slider 3.xVinaora Nivo Slider 3.xVinaora Nivo Slider 3.xVinaora Nivo Slider 3.xVinaora Nivo Slider 3.xVinaora Nivo Slider 3.xVinaora Nivo Slider 3.x

XC vlucht

Het is helemaal niet mijn bedoeling om een mooie vlucht te maken. Ik sta op zaterdag morgen om half elf op het lierterrein om nog flink wat vluchten te maken om mijn lierbrevet te kunnen verlengen. En er is wat haast, want de wind is pittig en zou best nog eens veel pittiger kunnen worden. Oost, oost-noord-oost. Maar de windrichting maakt me nu niets uit, als het maar niet te hard is. De lucht is strakblauw en gelukkig rollen Siebren en Geert lier en kabels uit.

Ongeduldig start ik als eerste, maar dat is ook niet zo moeilijk omdat de enige andere piloot Frans is, die vorige week zijn eerste vlucht maakt en even mag kijken 'hoe Jan Jacob het doet'. Nou, die doet het voorwaarts, deze keer. Flinke ruk aan het scherm, 20 graden bijdraaien naar de lier, en na een seconde die toch altijd weer eeuwigheid lijkt, het verlossende 'Go-go-go'. Lekker omhoog naar 350 meter. Boven 25 km tegenwind en na een paar minuten als een vlindertje weer landen op de startplaats. Heerlijk, die forse laminaire wind. Dat heb ik tien keer liever dan nul-wind. 

 

De tweede keer, inmiddels zijn er een paar piloten bijgekomen en heb ik jaloers meegekeken en geluisterd naar de privé-les die cursist Frans van instructeur Geert krijgt, doe ik het achterwaarts. Bij het omhoog gaan schrik ik van de flinke bellen die me in de stevige wind om de oren slaan. En ja, als ik netjes volgens planning vlot weer op de grond sta, zie ik overal om me heen de melkwolkjes, zonder nog over te gaan in echte wolken. Ik probeer er hardnekkig niet naar te kijken.

 

Het wordt gezellig op het veld en piloten beginnen elkaar uit te dagen om toch een belletje mee te pikken. Geert doet dat, maar ja, hij is Instructeur en de plicht roept op het veld. Dus Geert ploegt zich manmoedig tegen de wind in terug, net op tijd om Jan aan de tandem een mooie bel te zien pakken. Maar het lijf van de passagier van Jan heeft andere ideeën dan dit soort luchtfietserij en dus zien we vanaf de grond de tandem met oren omlaag komen. 

 

Tja, verslaving leer je moeilijk af, zelfs al zijn mijn prioriteiten vandaag om alleen behoorlijk (vaak) te starten en te landen.

Lierman Siebren zet me af op 400 meter. Achter me is de startplek. Rechts zijn de melkwolkjes aan het schuimen. Sommigen groeien al door tot wolkjes en tot overmaat van ramp vormen die een straatje. Ik weet dat als ik die kant op ga, ik door de harde wind niet meer terug kan komen naar het lierveld, anders dan met een fikse wandeling. Ik ga. Weer een goed voornemen aan duigen. De bel trekt me omhoog, tot 1030 meter waar ik onder tegen de wolk plak. Dan naar de volgende wolk. Een zweefvliegtuig is minder dan 100 meter van me af. Ik hoop altijd dat die mij ziet. Half en half hou ik altijd een diepe stijlspiraal als plan B in mijn achterhoofd, al weet ik helemaal niet of dat zo'n goed plan B is. Maar in plaats van mij de volgende bel te tonen, gaat de zwever weer weg. Jammer.

 

Twee wolkjes verder is de wolkenstraat opeens op. Later op de middag zal ik vanuit de trein zien dat die nog een heel stuk langer is geworden, maar nu nog niet. Wat nu? Voor me zit een groot gat van heel helder blauwe lucht, met een klein wolkje op een paar kilometer, maar de sprong daar naartoe is me te onzeker. Links zie ik meer melkschuim, maar dat is weer wat cross. Ik besluit voor het melkschuim. Ik vindt hele zwakke bellen. Door mijn hoofd schiet de zin van Steve Ham van afgelopen juli in Piedrahita, Spanje, waar het ook vlakland vliegen is: 'Waarschijnlijk lopen we in 80% van de gevallen domweg met geluk tegen een volgende bel aan. Het is afhankelijk van onze vaardigheden wat we vervolgens met zo'n bel doen'. Dat lijkt hier ook zo: toch een beetje een loterij waar de bel zit, ondanks al mijn gestudeer op de triggers beneden me. Bovendien zit ik dichter bij de virtuele cloudbase dan bij de triggers ver onder me.

In die lichte bellen moet ik me enorm concentreren. Ze driften flink op de wind. Mijn vario is haast te traag, en ik let enorm op ook voorwaartse versnellingen, die me al eerder dan de verticale versnellingen vertellen waar een bel zit. En als ik ín de bel zit: zodra ik aan iets anders denk dan deze bel, ben ik 'm al bijna kwijt. Dat gebeurt wel een keer of drie: even dwalen mijn gedachten af naar waar ik nu in hemelsnaam ongeveer ben, of hop, weer de bel kwijt.

Langzaam begin ik toch hoogte kwijt te raken. Onder me een enorm nat graslandgebied, met weinig wegen bovendien. Ik spot een dorp, wellicht een plek om te landen, maar ook een trigger, en ja, het werkt. Dorp voorbij in twee, drie draaien. Dan een volgend dorp, paar kilometer verder. Bij de kerk? Of bij die grote witte tent? Witte tent? En een paar duizend auto's blikkerend in de zon? En is dat gebrom dan niet van motorrijders op deze heerlijke dag en ook niet van een helikopter? Ah! Feest! Festival! En met een enorme smile op mijn gezicht zet ik mijn scherm neer bij het feestterrein en een tractorpull wedstrijd. Een paar honderd gezichten gaan omhoog vlak voordat ik land, maar als ik mijn scherm fieldpack zijn de tractors weer veel interessanter. Er is ook zo ontzettend veel te zien op dit feest van oude ambachten, klederdrachten, ruiterdemonstraties en kermis, dat die parachute er ook wel bij zal horen. Aan een mevrouw met wie ik in de rij sta voor een ijsje vraag ik hoe het hier heet. Ze zal wel denken dat ik dronken ben, wat ook niet zo raar is, want de enorme witte tent is een biertent. 'Nijehorne', antwoord ze toch. Na wat feestplezier zoek ik toch een bus op, en ja, een uur vliegen (33km) kost drie en half uur om met het openbaar vervoer én transport door Geert vanaf station Beilen, weer terug te komen bij de start.

Heerlijk, zo'n onverwachte nazomer vlucht!

 Jan Jacob Stam

 

Foto´s

Bergcursus Frankrijk 2022

Lierdag 7 augustus 2022

Koningsdag 2022 tandemvluchten beginners

Paasweekend 2022

Start lierseizoen 2022

8,9 en 10 oktober 2021

Eerste keer Eesergroen 2021

Bergcursus Annecy 2021

Annecy 2020

Hemelvaartsdag 2020 (Karin)

Fotocollage van Jan van de bergcursus 2019 in Sapenay

Fotocollage van Karin van de cursus (Sapenay 2019)

Fotocollage van Karin van de cursus (Annecy 2019)

24 februari 2019 Klatering (Beilen)

17 februari 2019 (1e lierdag van het jaar)

1e week bergcursus

2e week bergcursus

Hooghalen

Tandem Arjan

Andere leuke foto's

Laffeteckel

 

 

 

Reservewerpen

 

Nijhorne

Vlucht 28 sept 2013

 

Het is helemaal niet mijn bedoeling om een mooie vlucht te maken. Ik sta op zaterdag morgen om half elf op het lierterrein om nog flink wat vluchten te maken om mijn lierbrevet te kunnen verlengen. En er is wat haast, want de wind is pittig en zou best nog eens veel pittiger kunnen worden. Oost, oost-noord-oost. Maar de windrichting maakt me nu niets uit, als het maar niet te hard is. De lucht is strakblauw en gelukkig rollen Siebren en Geert lier en kabels uit.

Ongeduldig start ik als eerste, maar dat is ook niet zo moeilijk omdat de enige andere piloot Frans is, die vorige week zijn eerste vlucht maakt en even mag kijken 'hoe Jan Jacob het doet'. Nou, die doet het voorwaarts, deze keer. Flinke ruk aan het scherm, 20 graden bijdraaien naar de lier, en na een seconde die toch altijd weer eeuwigheid lijkt, het verlossende 'Go-go-go'. Lekker omhoog naar 350 meter. Boven 25 km tegenwind en na een paar minuten als een vlindertje weer landen op de startplaats. Heerlijk, die forse laminaire wind. Dat heb ik tien keer liever dan nul-wind. 

 

De tweede keer, inmiddels zijn er een paar piloten bijgekomen en heb ik jaloers meegekeken en geluisterd naar de privé-les die cursist Frans van instructeur Geert krijgt, doe ik het achterwaarts. Bij het omhoog gaan schrik ik van de flinke bellen die me in de stevige wind om de oren slaan. En ja, als ik netjes volgens planning vlot weer op de grond sta, zie ik overal om me heen de melkwolkjes, zonder nog over te gaan in echte wolken. Ik probeer er hardnekkig niet naar te kijken.

 

Het wordt gezellig op het veld en piloten beginnen elkaar uit te dagen om toch een belletje mee te pikken. Geert doet dat, maar ja, hij is Instructeur en de plicht roept op het veld. Dus Geert ploegt zich manmoedig tegen de wind in terug, net op tijd om Jan aan de tandem een mooie bel te zien pakken. Maar het lijf van de passagier van Jan heeft andere ideeën dan dit soort luchtfietserij en dus zien we vanaf de grond de tandem met oren omlaag komen. 

 

Tja, verslaving leer je moeilijk af, zelfs al zijn mijn prioriteiten vandaag om alleen behoorlijk (vaak) te starten en te landen.

Lierman Siebren zet me af op 400 meter. Achter me is de startplek. Rechts zijn de melkwolkjes aan het schuimen. Sommigen groeien al door tot wolkjes en tot overmaat van ramp vormen die een straatje. Ik weet dat als ik die kant op ga, ik door de harde wind niet meer terug kan komen naar het lierveld, anders dan met een fikse wandeling. Ik ga. Weer een goed voornemen aan duigen. De bel trekt me omhoog, tot 1030 meter waar ik onder tegen de wolk plak. Dan naar de volgende wolk. Een zweefvliegtuig is minder dan 100 meter van me af. Ik hoop altijd dat die mij ziet. Half en half hou ik altijd een diepe stijlspiraal als plan B in mijn achterhoofd, al weet ik helemaal niet of dat zo'n goed plan B is. Maar in plaats van mij de volgende bel te tonen, gaat de zwever weer weg. Jammer.

 

Twee wolkjes verder is de wolkenstraat opeens op. Later op de middag zal ik vanuit de trein zien dat die nog een heel stuk langer is geworden, maar nu nog niet. Wat nu? Voor me zit een groot gat van heel helder blauwe lucht, met een klein wolkje op een paar kilometer, maar de sprong daar naartoe is me te onzeker. Links zie ik meer melkschuim, maar dat is weer wat cross. Ik besluit voor het melkschuim. Ik vindt hele zwakke bellen. Door mijn hoofd schiet de zin van Steve Ham van afgelopen juli in Piedrahita, Spanje, waar het ook vlakland vliegen is: 'Waarschijnlijk lopen we in 80% van de gevallen domweg met geluk tegen een volgende bel aan. Het is afhankelijk van onze vaardigheden wat we vervolgens met zo'n bel doen'. Dat lijkt hier ook zo: toch een beetje een loterij waar de bel zit, ondanks al mijn gestudeer op de triggers beneden me. Bovendien zit ik dichter bij de virtuele cloudbase dan bij de triggers ver onder me.

In die lichte bellen moet ik me enorm concentreren. Ze driften flink op de wind. Mijn vario is haast te traag, en ik let enorm op ook voorwaartse versnellingen, die me al eerder dan de verticale versnellingen vertellen waar een bel zit. En als ik ín de bel zit: zodra ik aan iets anders denk dan deze bel, ben ik 'm al bijna kwijt. Dat gebeurt wel een keer of drie: even dwalen mijn gedachten af naar waar ik nu in hemelsnaam ongeveer ben, of hop, weer de bel kwijt.

Langzaam begin ik toch hoogte kwijt te raken. Onder me een enorm nat graslandgebied, met weinig wegen bovendien. Ik spot een dorp, wellicht een plek om te landen, maar ook een trigger, en ja, het werkt. Dorp voorbij in twee, drie draaien. Dan een volgend dorp, paar kilometer verder. Bij de kerk? Of bij die grote witte tent? Witte tent? En een paar duizend auto's blikkerend in de zon? En is dat gebrom dan niet van motorrijders op deze heerlijke dag en ook niet van een helikopter? Ah! Feest! Festival! En met een enorme smile op mijn gezicht zet ik mijn scherm neer bij het feestterrein en een tractorpull wedstrijd. Een paar honderd gezichten gaan omhoog vlak voordat ik land, maar als ik mijn scherm fieldpack zijn de tractors weer veel interessanter. Er is ook zo ontzettend veel te zien op dit feest van oude ambachten, klederdrachten, ruiterdemonstraties en kermis, dat die parachute er ook wel bij zal horen. Aan een mevrouw met wie ik in de rij sta voor een ijsje vraag ik hoe het hier heet. Ze zal wel denken dat ik dronken ben, wat ook niet zo raar is, want de enorme witte tent is een biertent. 'Nijehorne', antwoord ze toch. Na wat feestplezier zoek ik toch een bus op, en ja, een uur vliegen (33km) kost drie en half uur om met het openbaar vervoer én transport door Geert vanaf station Beilen, weer terug te komen bij de start.

Heerlijk, zo'n onverwachte nazomer vlucht!

 Jan Jacob Stam